Haagsche Postpris

Elisabeth ZERNIKE : Het schamele deel
Carry van BRUGGEN : Het huisje aan de sloot
Jo de WIT : Open zee
Non décerné

C.W. van der Hoogtprijs

R. van GENDEREN STORT : Kleine Inez
Dirk COSTER : Verzameld Proza
Herman de MAN : Het wassende water
Aart van Der LEEUW : Het aardsche paradijs
Anthonie DONKER : Grenzen
Antoon COOLEN : Het donkere licht
Arthur van SCHENDEL : Het fregatschip Johanna Maria
Johan FABRICIUS : Komedianten trokken voorbij
Anton van DUINKERKEN : Dichters der contra-Reformatie
J. SALAUERHOFF : Soleares
Non décerné
Hendrik MARSMAN : Porta Nigra
Henriëtte van EYK : Gabriël : de geschiedenis van een mager mannetje
Simon VESTDIJK : Het vijfde zegel
Ed. HOOMIK : Mattheus

Lucy B. en C. W. van der Hoogtprijs

Clara EGGINK : Het schiereiland
M. VASALIS : Parken en woestijnen
Beb VUYK : Het laatste huis van de wereld
Non décerné
Non décerné
Ida G. M. GERHARDT : Hetveerhuis et Muus JACOBSE : Vuur en wind
Bert VOETEN : Doortocht
J.J. KLANT : De geboorte van Jan Klasseen
Hendrik de VRIES : Toovertuin
Anna BLAMAN : Eenzaam avontuur
Leo VROMAN : Gedichten, vroegere en latere
Alfred  KOSSMANN : De nederlaag
Jan Willem SCHULTE NORDHOLT : Levend landshap
Adriaan van der VEEN : Het wilde feest
Guillaume van der GRAFT : Vogels en Vissen
Willem G. van MAANEN : De onrustzaairt
W. J. van der MOLEN : De onderkant van het licht
Jacques  PRESSER : De nacht der girodijnen
Hans WARREN : Saïd
Anton KOOLHAAS : Er zit geen spek in de val
Christine D'HAEN : Gedichten 1946-1958
Bert SCHIERBEEK
Willem BRAKMAN : Een winterreis
Cees NOOTEBOOM : De ridder is gestorven
J. BERNLEF : Dit verheugd verval
Jacques HAMELINK : Het plantaardig bewind
Gust GILS : Een plaats onder de maan
Andreas BURNIER : Een tevreden lach
H.C. Ten BERGE : Personages
Hugo RAES : De lotgevallen
Jacq Firmin VOGELAAR : Het heelt geen naam
Wim HUYSKENS : Schuine lyriek en De poëtische bijl
Breyten BREYTENBACH : Lotus
Guus VLEUGEL : Zijn cabaretteksten
Frank Martinus ARION : Dubbelspel
Fritzi ten Harmsen van der BEEK
Kees OUWENS
Dirk Ayelt KOOIMAN : De grote stilte
Hilbert G. KUIK : Het schot
Hans TENTIJE : Wat ze zei
Oscar de WIT : Met koele obcessie
Eva GERLACH : Verder geen leed
Kester  FRERIKS : Hölderlins toren
Lela ZECKOVIC : Belvédère
Thomas ROSENBOOM : De mensen thuis
Benno BARNARD : Klein RRozendaal
August WILLEMSEN : Braziliaanse brieven
Rogi WIEG : Toverdraaad vandagverdrijf
Jan  BROKKEN : De zee van vroeger
Marc REUGEBRINK : Komgrond
Margriet de MOOR : Dubbelportret
Charles DUCAL : De hertog  en ik
Marie KESSELS : Boa
Anna ENQUIST : Jachtscenes
Geertrui DAEM : Boniface
Peter GHYSSAERT : Cameo
Wessel te GUSSINKLO : De opdracht
Piet GERBRANDY : Weloverwogen en onopgemerkt
Arthur JAPIN : De zwarte met het witte hart
Erik MENKVELD : De karpersimulator
Erwin MORTIER : Marcel
René PUTHAAR : Dansmuziek
Josse de PAUW : Werk
Geert BUELENS : Het is
Rob van der LINDEN : De hand, de kaars en de mot
Micha HAMEL : Alle enen opgeteld
Anton VALENS : Meester in de hygiëne
Thomas MOHLMANN : De bloeibare jongen
Eva Maria STAAL : Probeer het mortuarium
Ester Naomi PERQUIN : Servetten halstok en Namens de ander
Bert NATTER : Begeerte heeft ons aangeraakt
Lieka MARSMAN : Wat ik mijzelf grag voorhoud
Merjin de BOER : Nestvlieders
Kira WUCK : Finse meisjes
Sander KOLLAARD : Onmiddellijke terugkeer van uw geliefde
Hanneke van EIJKEN : Papieren veulens
Nina WEIJERS : De consequanties
Idwer de la PARRA : Grond
Lize SPIT : Het Smelt
Mieke van ZONNEVELD : Leger
Mirthe van DOORNIK : Moeders van anderen
J. V. NEYLAN : En niet bij machte

Debutantenprijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde

Sholeh REZAZADEH : De hemel is altijd paars
Sara EELEN : Het nodige breken
Tiemen HIEMSTRA : W.