Anne Frank-prijs



Ce prix, décerné en 1957 et 1966, par la Fondation Pays-Bas-Amérique, récompense des écrivains de moins de 30 ans, dans plusieurs genres : roman, poésie, drame, essai et nouvelle.

1957

1958

1959
1960

1961

1962

1963

1964

1965

1966

Harry MULISCH : Archibakd Strohalm
Cees NOOTEBOOM : Philip en de anderen
Remco CAMPERT : Vogels vliegen toch
Nico SCHEEPMAKER : Poëtisch fietsen, De kip van Egypte
Esteban LOPEZ : Fredegonde, De vrienden van vroeger, Mercedes, mijn zuster, Tederheid in het geding
Cornelis BAUER : De groene boogschutter
Rutger van ZEYST : De familieraad
Piet CALIS : Mensen van de koningsstam, Napoleon op het Leidscheplein
H. J. A. HOFLAND
Ankie PEYPERS : Geen denken aan
Geert Van BEEK : Buiten schot
Peter BERGER : Deze voorlopige naam
Huub OOSTERHUIS : Uittocht, Groningen
E. brent BESEMER
Peter OOSTHOEK
P.J.A.M. BUIJNSTERS : Tussen twee werelden-Rhijnvis Feith als dichter van Het Graf
Cornelis VERHOEVEN
Raoul CHAPKIS : Ik sta op mijn hoofdje
Henk van KERKWIJK : Geweer met terugslag